Terug
Koningin Fabiola en Frans van Mechelen


Hare Majesteit zou naar Lokeren komen om de nieuwe kliniek in te huldigen. Voor de Stad en zijn inwoners een belangrijke gebeurtenis. En ook voor mij zou het iets bijzonders worden. Door toedoen van senator Albert Smet, vader van minister Miet Smet en vriend des huizes, zou de Stad Lokeren een schilderij van mij aankopen. Deze zou door mij persoonlijk, in aanwezigheid van mijn vrouw en talrijke andere genodigden, overhandigd worden aan Hare Majesteit. Dat was teveel eer!
Men koos voor een bloemstuk met witte roosjes, waarvan men hoopte dat het de koningin zou bevallen. Ik was uitgedost met een mooi donker pak en strik en mijn vrouw met een mooi nieuw kleed dat ze speciaal voor deze bijzondere dag gekocht had. Het schilderij was ingepakt in een lichtgrijze doek, want zoiets kunt ge toch moeilijk in een papier wikkelen.
We werden door de senator aan Hare Majesteit voorgesteld. Eerst ik, met een lichte buiging en een voorzichtige handdruk en enkele woorden Vlaams. Dan Suz die een diepere buiging maakte en die wel wat meer onder de indruk was dan ik. Daarna werd het schilderij ontdaan van zijn omhulsel onder applaus van de omstaanders en een bewonderende glimlach van de koningin. Nogmaals enkele woorden van bewondering , flitsen van camera's en nog maar eens een handdruk.
Met een vriendelijke afscheidsgroet ging het gezelschap verder, twee gelukkige mensen achterlatend. Alweer een mijlpaal in ons leven. Zo ziet ge maar. Later zou ik nog vaak dankzij mijn kunst in contact komen met ministers en andere personaliteiten, waar ik toen nog niet van durfde dromen.
Zo was er de opening van een tentoonstelling in Huize Geertrui door minister Prof. Frans van Mechelen. Het gerucht werd in Lokeren op gemengde gevoelens onthaald tot men op het stadhuis officieel ingelicht werd. Het was de eerste maal dat de minister naar Lokeren kwam. Vergezeld van zijn vrouw kwam hij eerst terecht in café "De Teste". Hij vroeg of men hem niet een lichte maaltijd kon bezorgen, maar de cafébaas, die waarschijnlijk nog nooit een minister gezien had, zei dat dit onmogelijk was. Dan maar een pint en een tas koffie. Intussen was het al 19u en na veel zoeken en vragen kwamen zij in Huize Geertrui aan. Daar vernamen wij het gebeurde. De eigenaars van de tentoonstellingsruimte gingen iets improviseren met wat ze nog konden krijgen in de buurtwinkel en met eigen provisie. Tegen dat de eerste genodigden arriveerden, waren de minister en zijn dame al voldaan en konde plechtigheid beginnen.
Robert Willems, de zaaluitbater, nam de taak op zich de minister voor te stellen aan het intussen zeer talrijk opgekomen publiek. De minister nam daarop het woord en wat kon hij anders doen - want zo gebeurt het altijd - dan de schilder en zijn werk lof toezwaaien? En dat terwijl de fotografen zoveel mogelijk kiekjes namen. Het zou de media en mij ten goede komen!