|
In 2002 kwam, naar aanleiding van het 12-jarig bestaan van de Vlaamse uitgeverij
De Distel, de bundel "Distelbloemen" uit, een samenstelling van Iris Van de Casteele.
Een van de bekendste
werken van Florent Smet mocht de cover sieren.
(bron: Eric Vandenwyngaerden)
Uit het voorwoord Wout Joling De bundel Distelbloemen is uitgegeven ter gelegenheid van het twaalfjarig bestaan van de Vlaamse uitgeverij De Distel. Een kleine uitgeverij, maar met een grote liefde voor de poëzie. Met liefde voor dichters. Zo is deze bundel ook bijeengebracht. Met liefde. Iris Van de Casteele heeft -in haar kwaliteit van uitgeefster- 49 dichteressen en dichters bijeengebracht wiens gedichten haar boeien, vaak ontroeren ook. En wonderlijk genoeg blijken die met elkaar een eenheid te vormen. Samengewaaid uit Nederland en Vlaanderen, maar ook uit Brazilië, Suriname, Spanje, blijken de dichters en de gedichten rode draden te vormen zoals dat in een bloemlezing behoort. Zoekend naar de rode draden van de poëzie in deze bundel kunt u verrassende beelden tegenkomen. Uilen die in de nanacht roepen of een stem die uit een raam klapwiekt. Er zijn sensuele zinnebeelden: puntjes op de ies de jees en de jijs, en winterbijen met een pegel aan hun neus. En in poëzie is ook altijd de nachtzijde te vinden: gewond verlangen, of het kind dat geheimen deelt met kapotgeschoten huizen. Maar natuurlijk vindt u hier evenzeer de zachte kanten van de poëzie in een woud dat rusten gaat. Dichters hebben zòveel woorden voor wat hen bezielt en u en mij beroert. De poëzie kent geen einde want ze is als een kristallen waterval en een verre zucht. Misschien wordt alle poëzie wel samengevat in de bondige, maar uitgelezen woorden: wat onder water woont en naar het licht wil. Mij komen de regels van de Groningse dichter Wouter Godijn voor de geest: Inmiddels waren we veranderd in bloemen: / hyacinten, tulpen, madeliefjes, seringen enzovoort, enzovoort, / en we bloeiden. Misschien geldt voor alle dichters in deze prachtige bloemlezing dat zij zullen bloeien. Dat zij grenzeloos bloeien als distelbloemen. Enzovoort, enzovoort. Tekst achterflap Dirk van Babylon Ik ben bijgetankt na het lezen van zoveel gedichten na elkaar. Het veroorzaakt een kleine indigestie maar vooral een kleine indigestie maar vooral een grote nieuwsgierigheid: waar komen al deze dichters vandaan. Wie is de Vlaming, wie de Nederlander, wie komt van elders? Niet dat dit belang heeft, en daarom is het ook weg te laten. [...] De bijdragen zijn uiterst leesbaar en zelfs voorleesbaar, maar deze verstaanbaarheid gaat niet ten koste van de diepte. Er komen zeer verschillende emoties aan bod in al hun menselijke wisselvalligheid. Je komt een oud koppel tegen, een boom, een bloem, een gemis, een afscheid. Alle poëzie is afscheid want de pure tekst is meestal zo kort, en op de volgende pagina staat alweer een andere dichter klaar. Dat afscheid van de dichter neem je telkens met verschillende soorten gevoelens al naargelang de boodschap je heeft geraakt. Sommige dingen beklijven en wil je nog een keer herlezen op een rustig moment. Dat is nu het mooie aan poëzie: je kunt het nog een keer lezen, je kunt het zelfs uit je hoofd leren en dan kun je het lezen waar je ook bent of wat je ook overkomt, als een stem van spreekvrijheid. Al deze dichters zijn levende mensen die nadenken en schrijven in uw buurt of nabijheid. Wat woorden en wat stilte, meer is niet nodig omwat communicatie tot stand te brengen en te laten voorbijgaan, en misschien een gedachte achter te laten in de bouillon van onze geestontwikkeling. Je kan de bundel bestellen door storting
van € 15,00 op rek. 310-0136336-40
van Iris Van de Casteele (De Distel)
met vermelding: 'Distelbloemen'
|